Hoe zij erbij kwam is me nog steeds een raadsel maar ze gaf het de naam Barry. Het klonk precies goed en dus hielden we het daar maar bij. Voorheen hadden we Barry wel al eens gezien en als gevolg van een welbepaalde gebeurtenis, gingen we ons ontfermen over hem. Barry kende een rijk leven, kwam op leuke plaatsen, was bij interessante gebeurtenissen, ontmoette leuke mensen,... maar het mysterie rond hem was dat hij het niet kon navertellen. Hij had het nooit gezien. Barry was immers een loensend oog en keek steevast de andere kant uit. Stilaan voelden we de verbittering die ontstond. Er moest zich een oplossing aandienen en die vonden we in een bokaal met niet loensende ogen waarin hij mocht verblijven.Bij gelegenheid namen we de bokaal mee en de goede ogen beschreven aan Barry wat ze zagen. En als we het niet vergaten dan draaiden we de bokaal eens.